Op bezoek bij de zuiderburen

geplaatst in: Jeneverbes | 0

Het bestuur van het Jeneverbesgilde heeft een bezoek gebracht aan het mooie Ravels. Willy Aerts maakte het volgende verslag van dit bezoek.

Vrijdag 19 juli rond 11 u mocht ik een delegatie van de jeneverbesgilde vanuit Drenthe ontvangen.

Pieter Posthumus, Albert Kerssies, Jan Mager en Dirk Matthijs Meijberg. Na kennismaking en wat eten zijn we op excursie vertrokken naar de Hoge vijvers in Arendonk. Daar is in de jaren 80 vorige eeuw een groepje jeneverbessen aangeplant (stekken van het jeneverbesstruweel van As in Limburg). Daar is verjonging van jeneverbessen rond de moederbomen. Een mooie plaats om te tonen hoe de verjonging van jeneverbessen in zijn werk gaat.

1) in december wordt de vegetatie met de bosmaaier kort gemaaid. En met een harkje wordt de bodem lichtjes open gemaakt. Bij vochtig weer worden de rijpe  bessen ingetrapt in de bodem. 2) Afhankelijk van het weer verschijnen de eerste kiemplantjes half maart , begin april. Die kiemplantjes groeien meestal op in de schaduw van andere plantjes of in de schaduw van de moederboom.3)  In oktober van datzelfde jaar worden de kiemplantjes met een klein kluitje uitgestoken en uitgeplant in potten met potgrond voor struiken. Anderen plantjes worden uit het kluitje verwijderd zodat het jeneverbesje geen concurrentie heeft. 4) Na een jaar in oktober worden wanneer de jeneverbessen 15 é 20 cm groot zijn en goed doorworteld terug uitgeplant in de natuur.

Hier door hebben de jeneverbessen veel meer kans op te overleven.

 

Op 100 m van het groepje oude jeneverbessen heb ik als experiment 30 tal jeneverbessen uitgeplant 3 jaar geleden in de rand van een open bos. Rond elke jeneverbes is een rastertje van kippengaas geplaatst. De bosbodem (organisch materiaal dat vocht vast houdt zorgt er voor dat ze er allemaal zeer vitaal uitziet. De toekomst zal uitwijzen of dit een optie is voor jeneverbessen bij de huidige klimaatverandering.

 

Daarna zijn we verder gereden naar een andere plaats in de Hoge vijvers waar in maart 2017 een struweel van 150 jonge jeneverbessen zijn aangeplant. Die jeneverbessen zijn nog  aangeplant op afgeplagde heide. Dat was toen volgens de literatuur de beste standplaats voor jeneverbessen. Ondertussen weet ik dat jeneverbessen een meer  mesotrofe groeiplaatsen met een goed organisch materiaalgehalte en redelijk vochtgehalte een betere standplaats is. Om genetisch meer diversiteit te hebben, ongeveer de helft eigen jeneverbessen opgegroeid uit zaad en de andere helft stekken uit As (Limburg). Tot 2022 zat er niet echt groei in de planten en heb ik gechopperd (organisch) materiaal van heide velden rond de jeneverbessen aangevoerd. Ongeveer 4 kruiwagens per struik. Daarna zijn vanaf 2022 tot nu 2024 de struiken veel vitaler en veel sneller gegroeid. Rond het struweel is een hoog raster van 2 m kippengaas en een schapendraad  geplaatst. Ondertussen vind hier onder 7 jarige vrouwelijke jeneverbessen reeds verjonging (kiemplantjes) en hangen en veel bessen aan de jonge struiken.

 

Daarna zijn we naar Hoogmoerheide gereden. Dat is de plaats in de buurt van Ravels waar de omstandigheden voor de jeneverbessen uitstekend zijn en dat zie je ook aan de groei van de struiken. Hier is meer dan 30 jaar geleden een bos gekapt en is de bosbodem (organisch materiaal) blijven zitten. Spontaan is hier toen een zeer mooie heide ontstaan. 2016 heb ik hier de eerste 6 plantjes aangeplant. De volgende jaren zijn hier jaarlijks jeneverbessen bij geplant in een groot raster van prikkeldraad om de rondlopende galoways buiten het struweel te houden. Vanaf heb begin deden de plantjes het hier bijzonder goed. Elke jeneverbes wordt beschermt door een persoonlijk rastertje van kippen gaas tot de jeneverbessen groot genoeg zijn. Het struweel is gelegen waar er veel konijnen zijn maar toch is de schade beperkt door de rastertjes. De jeneverbessen zijn ook aangeplant in oude heide waar een dikke moslaag ook het vocht in de bodem beter vasthoudt.

De groei in Hoogmoerheide is uitzonderlijk goed. Heeft dit vooral te danken aan de oude bosbodem die organisch materiaal bevat en de planten voeding geeft en de moslaag die aanwezig is en waardoor het bodem ook niet zo snel opdroogt. De jonge jeneverbessen zien er bijzonder vitaal uit en groeien zeer snel. Ook zijn er hier ook veel bessen aan de vrouwelijke struiken waardoor er nu reeds jonge kiemplantjes zijn.

 

Het proces van hoe opgroeien van bes naar kiemplantje tot grote jeneverbes heb ik jullie laten zien. Hopelijk hebben jullie er iets aan gehad. Pieter, Albert, Jan en Dirk Matthijs. Ik dank jullie ook voor het cadeautje (boek Jan Van Ginkel) en ook voor de vele kilometers die jullie gereden om toch in Ravels te raken!!