In het kader van hun werkbezoeken aan de verschillende jeneverbesbrigades bezocht een delegatie van het Jeneverbesgilde Drenthe de werkgroep Siepelveen. Zij kwamen niet met lege handen, maar namen jeneverbesstekjes mee. Deze stekjes zijn door de leden van de werkgroep direct geplant. Het Dagblad van het Noorden schreef er een artikel over.
Op zaterdag 22 oktober bezochten voorzitter Jan Mager en bestuurslid Pieter Posthumus van het Jeneverbesgilde Drenthe de werkgroep Siepelveen. De werkgroep is actief in het natuurgebied Zeegser Duinen, een gebied met zandverstuivingen en ook met het Siepelveen. Er is een prachtig jeneverbesstruweel met de grootste jeneverbesstruik van Noordwest-Europa. De bestuursleden werden welkom geheten door Taco de Vries, coördinator van de werkgroep. De leden van de werkgroep waren op dat moment druk bezig met het verwijderen van Amerikaanse vogelkers.
Bij de koffie met de door het bestuur meegebrachte heideplag (een heerlijke koek van de lokale bakker) vertelde Pieter Posthumus wat het doel was van het bezoek. Ten eerste wil het bestuur kennis maken met de jeneverbesbrigadiers, maar daarnaast was er een bijzondere reden. Het bestuur bracht namelijk 96 jonge jeneverbesplantjes mee. Het gaat hier om inheems Drents materiaal, afkomstig van het jeneverbesstruweel Drouwenerzand, eigendom van de Stichting Het Drentse Landschap.
De stekjes zijn opgekweekt door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) voor onderzoeksdoeleinden. Na afronding van het onderzoek heeft de RUG de overgebleven stekjes geschonken aan het Jeneverbesgilde. Zie hiervoor een eerder nieuwsbericht. Een aantal vrijwilligers van de werkgroep Siepelveen ging direct aan de slag met het planten van de stekjes op een geschikte locatie. Het dagblad van het Noorden had fotograaf Hilbrand Dijkhuizen gestuurd om dit moment vast te leggen. De krant besteedde er aandacht aan in een artikel in de krant van 24 oktober. Klik hier voor het artikel.
Het bestuur kreeg vervolgens een rondleiding over het terrein. Met veel enthousiasme werd verteld wat er de afgelopen jaren is gedaan. Bijzonder was de bomkrater uit de Tweede Wereldoorlog. De bomkrater is door de werkgroep helemaal opgeschoond van bomscherven en overig afval.
Het jeneverbesstruweel ligt er prachtig bij, met veel gezonde jeneverbessen, al is er nog voldoende Amerikaanse vogelkers te verwijderen. Op de Natuurwerkdag op zaterdag 5 november wordt die klus weer opgepakt.
Foto’s Stans Kofman, Taco de Vries en Pieter Posthumus