De jeneverbessen in het Mantingerzand zijn bij velen bekend. Een mooie jeneverbesreservaat bestaat er bijna niet. Gelukkig is Natuurmonumenten zuinig op hun struwelen en stellen ze regelmatig vrij van berken en dennen. Zo ook dit jaar. In het Mantingerveld is ruimte geschapen voor de jeneverbes, een schitterende conifeer die door gebrek aan ruimte in de knel was gekomen. In een gebied waar de jeneverbes van oudsher groeit, zijn berkenboompjes verwijderd en is de bodem afgeplagd zodat deze bijzondere boom hier weer kan ontkiemen.
Jeneverbes in de knel
De jeneverbes is iets bijzonders. Soms een boom, soms een struik. Het is naast de taxus en grove den de enige inheemse naaldboom van Nederland. Een karakteristieke verschijning die prachtige struwelen kan vormen op onze zandgronden. Het gaat alleen al tijden niet goed met de jeneverbes. Tussen circa 1850 en 1950 nam het areaal enorm af door ontginningen en aanplant van naaldbomen. De laatste decennia kwam de luchtvervuiling daar nog eens bij. Open, zandige plekken waar de jeneverbessen konden ontkiemen, werden steeds zeldzamer.
Nieuwe openheid
In het Mantingerveld ging in 2004 bovendien een deel van de jeneverbesstruwelen verloren door brand. De bodem werd hierdoor voedselrijker en raakte direct begroeid met berken. De jeneverbes was kansloos. Om ruimte te scheppen en de bodem weer schraal te maken, zijn de berkenbomen nu met groot materieel weggehaald en is de bodem geplagd. De nieuwe openheid geeft de jeneverbessen weer kansen om te ontkiemen.
Effecten verminderen
Uit onderzoek blijkt dat jeneverbesstruwelen gevoelig zijn voor het neerslaan van stikstof uit de lucht. Eén van de veroorzakers is de kolencentrale (RWE) in de Eemshaven. Daarom is de kolencentrale de verplichting aangegaan om Natuurmonumenten te helpen bij het nemen van maatregelen die de effecten van stikstof uit de lucht verminderen.